SAFE Speed

Waarom?

Hoe hoger de snelheid van een voertuig, hoe langer de rem- en de stopafstand, en hoe groter de impact van (zelfs minieme) fouten. Het is dus essentieel zich te concentreren op de snelheid om de straten veiliger te maken. Meer dan 40% van de ongevallen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarbij auto’s zijn betrokken, hebben betrekking op een motorvoertuig. Dat cijfer komt overeen met de internationale literatuur en de snelheidsregistraties, waaruit blijkt dat snelheid een doorslaggevende rol speelt wat de oorzaken van ongevallen betreft.

Het is fysiek onmogelijk voor een rijdend voertuig om volledig stil te staan vanaf het moment dat de bestuurder een obstakel detecteert. Het is geweten dat de rijsnelheid een belangrijke invloed heeft op de rem- en stopafstanden en dus op het al dan niet voorkomen van een aanrijding. Een beetje trager rijden geeft de bestuurder al meer tijd om te reageren op onverwachte gebeurtenissen of fouten van andere weggebruikers, vooral in stedelijke gebieden en op plaatsen waar verschillende soorten weggebruikers tegelijk aanwezig zijn.

Een auto die 30 km rijdt, heeft 13 m nodig om te remmen, 8 m reactietijd en 5 m remweg.  Een auto die 50 km aflegt, heeft 27 m nodig om te remmen, 14 m reactietijd en 13 m remafstand.

Beschrijving van de foto:

Een auto die 30 km rijdt, heeft 13 m nodig om te remmen, 8 m reactietijd en 5 m remweg.

Een auto die 50 km aflegt, heeft 27 m nodig om te remmen, 14 m reactietijd en 13 m remafstand.

 

De overlevingskansen van een voetganger bij een aanrijding met een gemotoriseerd voertuig nemen drastisch af met de snelheid, die kan worden gemeten met de vergelijking E = m.v2/2, dit is de verhouding tussen de botskracht (E), de massa van het voertuig (m) en de botssnelheid (v). De snelheid, die in deze formule wordt gekwadrateerd, is dus een belangrijke factor.

Beschrijving van de afbeelding:

Een persoon die wordt aangereden door een auto die met 70 km/u rijdt, staat gelijk aan een val van de 6e verdieping.

Een persoon die wordt aangereden door een auto die met 50 km/u rijdt, staat gelijk aan een val van de 3e verdieping.

Een persoon die wordt aangereden door een auto die met 30 km/h rijdt, staat gelijk aan een val van de eerste verdieping.

 

Een persoon die wordt aangereden door een auto die met 70 km/u rijdt, staat gelijk aan een val van de 6e verdieping.  Een persoon die wordt aangereden door een auto die met 50 km/u rijdt, staat gelijk aan een val van de 3e verdieping.  Een persoon die wordt aangereden door een auto die met 30 km/h rijdt, staat gelijk aan een val van de eerste verdieping.

Aangezien +/- 45% van de doden en zwaargewonden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voetgangers zijn, kan worden geconcludeerd dat, aangezien de snelheid van invloed is op zowel het risico op een ongeval als de ernst ervan, het beheersen en verlagen van de snelheden belangrijke uitdagingen zijn om de tegen 2030 vastgelegde gewestelijke doelstellingen te bereiken.

De uitdagingen op het vlak van snelheid waarmee het gewest momenteel te maken heeft, zijn van uiteenlopende aard. In het kader van Stad 30 is het belangrijk om erop toe te zien dat de maatregel een goed maatschappelijk draagvlak heeft. Om zo’n draagvlak te creëren, moet er specifiek worden ingezet op bewustmaking en vorming. De maatregel wordt tegelijk ondersteund door controle en sanctie, waarbij de nieuwste technologieën worden ingezet. Ook hier is het van belang om zo goed mogelijk te communiceren, zodat straffen worden vermeden en controles worden aanvaard als een noodzakelijke maatregel die uitsluitend tot doel heeft het aantal slachtoffers te verminderen en een leefbare stad te creëren.

Ook de infrastructuur moet mee bijdragen aan een leefbare stad voor zo veel mogelijk gebruikers. Wat snelheidsovertreders (o.a. straatraces en recidivisme) betreft, heeft die infrastructuur helaas zijn grenzen. Om dergelijk gedrag tegen te gaan, is een strengere strafrechtelijke aanpak nodig. Tot slot kunnen er naast financiële sancties ook nog andere straffen worden opgelegd: leerstraffen, inbeslagname van het voertuig enz. De toepassing van die alternatieve straffen moet verder worden ontwikkeld, aangezien ze, naast alle andere instrumenten in het arsenaal van maatregelen om overdreven snelheid en delinquent gedrag tegen te gaan, hun nut hebben bewezen. Die snelheidsbeperkende maatregelen spelen evenwel niet alleen op het niveau van de gemeente, de politiezone of het gewest.

Sommige snelheidsvraagstukken komen ook aan bod in besprekingen en besluiten op Europees niveau, meer bepaald wat betreft voertuigen en verplichte verkeersveiligheidsuitrusting (bijv. dodehoeksystemen, standaard intelligente snelheidsaanpassing (ISA, Intelligent Speed Adaptation), enz.) of op federaal niveau met de invoering van oplossingen om de werklast voor de parketten en de verkeersrechtbanken te verlichten door die te versterken of bepaalde procedures te automatiseren (bijv. met het Crossborder Traffic-systeem). Die drie niveaus – Europees, federaal en gewestelijkwerken nu ook samen toe naar een nultolerantie voor verkeersovertredingen.

Tijdens de workshops die aan de opstelling van dit plan voorafgingen, werden de volgende belangrijke thema’s en acties naar voren geschoven:

  1. Nultolerantie (uniform toe te passen in de verschillende politiezones);
  2. Meer controles: meer politie op straat (met inbegrip van nabijheidspolitie te voet en op de fiets) en meer camera’s, zodat het subjectieve en reële risico om ‘betrapt’ te worden (“pakkans”), groter wordt;
  3. Vervolging van alle overtredingen;
  4. ‘Preventieve’ controle-instrumenten (type alcoholslot, intelligente snelheidsaanpassing enz.) worden bestudeerd en getest;
  5. De verkeersdiensten opwaarderen om ze aantrekkelijker te maken binnen de Politie;
  6. Rekening houden met het gevoel van onveiligheid;
  7. Recidivisten strenger bestraffen en beter opvolgen;
  8. De fietsbrigades worden sterk gewaardeerd en als doeltreffend beschouwd. Hun ontwikkeling moet in kracht toenemen opdat ze actief zouden zijn op het hele grondgebied van het Gewest; Community policing 13 : concept waarin de politie dicht bij de bevolking staat, om te luisteren naar haar behoeften, problemen en verwachtingen;
  9. Het belang van de snelheidsbeperkingen herhalen en uitleggen aan alle weggebruikers, met inbegrip van de publieke operatoren.
13 ‘Community policing’ of gemeenschapsgerichte politiezorg berust op 5 pijlers: afleggen van verantwoording, empowerment, partnerschap, externe oriëntering en probleemoplossend werken.

Actie 14 : De snelheid op de gewest- en gemeentewegen wordt meer gecontroleerd.

PRIORITAIRE ACTIE

Tijdens de workshops is versterking van controles naar voren gekomen als “prioritaire actie” in de strijd tegen overdreven of onaangepaste snelheid. Behalve het feit dat ze de verzwarende factor is in geval van een aanrijding, veroorzaakt onaangepaste snelheid ook een hele reeks ongemakken (lawaai, stress, subjectieve (en objectieve) onveiligheid) en is ze als dusdanig een factor die de leefomstandigheden in de stad doet verslechteren. Sinds tal van jaren installeert Brussel Mobiliteit, in samenwerking met de politiezones en het parket, controleradars betreffende snelheid en negeren van rood licht op de gewestwegen. In 2018 heeft het Gewest de eerste trajectcontrole geïnstalleerd op zijn grondgebied. In 2020 heeft Brussel Mobiliteit haar plan voor de uitrol van snelheidscontroleradars uitgevoerd. Dit plan analyseert alle gewestwegen waarvoor klachten van omwonenden of verzoeken van de politie werden ontvangen.

De gehanteerde snelheden worden er geobjectiveerd en, als er geen inrichting mogelijk is, worden er camera’s voorgesteld, waarbij voorrang wordt gegeven onder meer op basis van de omvang van het exces of de aanwezigheid van scholen. Bovenop de vaste controles doen de politiezones heel wat mobiele controles en installeren ze, in samenwerking met Brussel Mobiliteit, elke week lidars op alle wegen van het Gewest. Dit arsenaal van zichtbare en onzichtbare controles heeft het reeds mogelijk gemaakt de gehanteerde snelheden te doen dalen. Het Mobiliteitscentrum en de cel Verkeersveiligheid van Brussel Mobiliteit monitoren de gehanteerde snelheden onder meer om de doeltreffendheid van de geïmplementeerde tools te evalueren, hun gebruik bij te sturen of nieuwe uit te rusten sites voor te stellen.

Opdat de controles vruchten zouden afwerpen, is het echter nodig dat de integrale keten controle-sanctie functioneert. Daarom heeft het Brussels Gewest, naar het voorbeeld van de andere twee gewesten, beslist tot de creatie van een Gewestelijk Verwerkingscentrum (GVC) voor de boetes. Dat maakt het mogelijk de politiezones te ontlasten, die dan meer politieagenten op het terrein kunnen inzetten. De doelstelling verbonden aan de acties voortvloeiend uit actie 14 bestaat erin het reële en waargenomen risico om “te worden betrapt” (pakkans) te verhogen, opdat het aantal overtredingen en dus ook het aantal pv’s zouden afnemen.

Actie 15 : Een strikt en homogeen sanctiebeleid tussen de politiezones voeren.

Deze actie is als heel belangrijk genoteerd door de deelnemers aan de verschillende workshops waaraan politie, verenigingen, gemeentelijke en gewestelijke administraties gezamenlijk deelnamen. In het geval van de snelheidscontrole gaat het erom geen tolerantiemarge meer toe te passen bij de controles. Immers, behalve de zogenaamde “technische” marge van 6 km/u toegevoegd aan de werkelijk gemeten snelheid, wordt er in bepaalde gevallen een tolerantie toegevoegd om verzadiging van de controle-sanctieketen te vermijden. Daarom heeft het Gewest een Gewestelijk Verwerkingscentrum (GVC) gecreëerd en heeft het federale niveau het platform Crossborder Traffic ontwikkeld, dat tot doel heeft de opvolging van de boetes te automatiseren. De bottleneck bevindt zich momenteel op het niveau van het parket en de politierechtbanken. De minister van Justitie stelt voor om een federaal parket te creëren om de lokale parketten te ontlasten en de toepassing van nultolerantie onder meer op het vlak van snelheid te verzekeren. Op het Brusselse niveau is het van belang te identificeren hoe, en binnen welke termijnen, de nultolerantie moet worden geïmplementeerd voor alle snelheidsovertredingen maar ook voor alle overtredingen die een impact zouden hebben op de verkeersveiligheid.

Actie 16 : Communiceren over de controles, de reden en de plaatsen van de controles.

Opdat een maatregel zou worden aanvaard, moet hij worden begrepen. Er zijn vele betrokkenen die kunnen communiceren over het onderwerp controles (gewesten, parket, politiezones, politieagenten op het terrein, gemeenten, verenigingen, …). Om onze doelstelling vermindering van het aantal slachtoffers te bereiken, is het belangrijk eensluidend te communiceren over de gevolgen van de overtredingen, het belang van de snelheidsbeperkingen ten aanzien van alle weggebruikers te herhalen en toe te lichten. Zo kunnen de controles worden aanvaard als zijnde een noodzakelijke maatregel die enkel is bedoeld om het aantal slachtoffers te reduceren en de stad rustiger te maken. Het is ook nodig om aanvullend op te treden met sensibiliseringsacties voor verkeersrisico’s en verkeersveiligheid van Brussel Mobiliteit. Acties zonder welke de zin van de norm moeilijk kan worden ingezien; sensibilisering, het “waarom” is immers complementair aan, en onlosmakelijk verbonden met het luik controle en sanctie met betrekking tot de norm. Regelmatige communicatie over de uitgevoerde controles maakt het mogelijk de gewaarwording van “het risico te worden betrapt” (pakkans) te versterken en daarmee samenhangend de sancties te vermijden.

Top