Straten zijn plaatsen waar mensen wonen,

praten, spelen, wandelen en

elkaar ontmoeten.

Ze geven mee vorm aan de

identiteit van een wijk.

SAFE Street
een veilige stad

Straten maken het bovendien mogelijk om je met verschillende vervoermiddelen te verplaatsen volgens het STOP-principe opgenomen in Good Move.

Bij de inrichting van straten en openbare ruimten moet met al die verschillende functies rekening worden gehouden én moeten ze op een veilige en comfortabele manier worden gecombineerd.

Het veilig maken van de openbare ruimte betekent dus zorgen voor veilige verplaatsingsomstandigheden voor alle vervoerswijzen en gebruikers (voetgangers, fietsers, gebruikers van nieuwe voortbewegingstoestellen, motorrijders, automobilisten en anderen).

Dat kan door middel van een veilige en ook hoogwaardige infrastructuur, die niet alleen het verkeer, maar ook het plaatselijke leven tot ontplooiing laat komen.

In die openbare ruimte moet de verantwoordelijkheid voor de veiligheid op een faire manier worden verdeeld tussen de gebruikers van het vervoerssysteem en de bewoners.

De infrastructuur kan, wanneer die niet veilig is of slecht wordt onderhouden, een rechtstreekse oorzaak van een aanrijding zijn; denk bijvoorbeeld aan putten in de weg, te weinig grip enz. die verlies van controle over het voertuig, valpartijen van tweewielers, voetgangers enz. kunnen veroorzaken. 

De infrastructuur kan ook onrechtstreeks aan de oorzaak liggen, wanneer er bijvoorbeeld een discrepantie bestaat tussen het beeld dat die uitstraalt en het gedrag dat van de gebruikers wordt verwacht.

Een lange, rechte straat met aan weerszijden parkeergelegenheid kan automobilisten er immers toe aanzetten sneller te rijden dan een minder rechte weg, die zo werd ingericht dat die een mix van lokale functies in de hand werkt door middel van voorpleinen, zigzagbochten en beplanting.

Het ontwerp van de infrastructuur moet daarom leesbaar zijn en een duidelijke boodschap overbrengen aan de gebruikers.

Het moet hen bijvoorbeeld informeren over hun plaats op de weg, de juiste rijsnelheid, hoe voorzichtig ze moeten zijn enz. Het moet ook mogelijk zijn om, naargelang de aard en de categorie van de weg, ruimtes te gebruiken voor andere activiteiten dan alleen maar zich verplaatsen in de openbare ruimte. De infrastructuur moet het dus mogelijk maken om de straat veilig te maken als een plaats voor multimodaal verkeer en als een plaats voor het buurtleven.

Zonder noodzakelijkerwijs de ‘oorzaak’ van de aanrijding te zijn, kan de infrastructuur ook mee de gevolgen van de aanrijding helpen beperken door eventuele fouten van gebruikers op te vangen. 

Het begrip SAFE STREET overspant daarom verschillende benaderingen:
  • De “self explaining road”, die zich zoveel mogelijk aanpast aan de context en die de juiste informatie geeft aan de gebruikers, zodat ze hun gedrag kunnen aanpassen aan de omstandigheden;
  • Een infrastructuur die fouten opvangt, “the forgiving road” (cf. SAFE SYSTEM), en dus de gevolgen ervan voor de slachtoffers en, in ruimere zin, voor de samenleving beperkt;
  • Het begrip ‘verblijf’, volgens hetwelk de straat niet alleen de plaats is voor (functionele) verplaatsingen, maar ook een plaats waar het buurtleven zich afspeelt, in het bijzonder in de wijken
De inrichting van de weg moet de verschillende gebruikers in staat stellen te begrijpen welk gedrag er van hen wordt verwacht.

De verkeersomgeving moet eenvoudig te ontcijferen zijn, moet de hoeveelheid benodigde informatie beperken en de werking van kruispunten en potentiële conflictgebieden verduidelijken.

Een begrijpelijk ontwerp zal dus het nemen van risico’s of rij- en/of beoordelingsfouten verminderen. De dichte stedelijke omgeving van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met een grote verscheidenheid aan gebruiksmogelijkheden en activiteiten in de openbare ruimte, vereist ook dat er rekening wordt gehouden met de interacties tussen gebruikers.

Uiteindelijk is het de verantwoordelijkheid van de wegbeheerders om al het mogelijke te doen (middelenverbintenis) om te voorkomen dat hun infrastructuur een ernstige aanrijding veroorzaakt, of om de gevolgen van een eventuele aanrijding tot een minimum te beperken.

Een intrinsiek veilige inrichting moet uiteraard het doel zijn wanneer wegen van gevel tot gevel worden heraangelegd, maar kleinere ingrepen kunnen al een groot verschil maken om die doelstelling te bereiken. Sinds 2013 maakt de procedure “verkeersveiligheidsaudit” het mogelijk de verbetering van de infrastructuren op gewestwegen te begeleiden.

De aanwerving, via subsidies, op het gemeentelijke niveau van een medewerker die zich wijdt aan verkeersveiligheid, zou het mogelijk maken deze verkeersveiligheidsonderzoeken ook inzake projecten op gemeentelijke wegen te realiseren. Er zullen ook opleidingen van auditors worden gepland.

De acties SAFE Street

Actie 17

De inventaris van de ongevalgevoelige zones wordt regelmatig opgevolgd

Lees verder…

Actie 18

Doorgaan met de “Stad 30” en wegen veiliger maken

Lees verder…

Actie 19

Oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers en kruispunten veiliger maken

Lees verder…

Actie 20

De schoolomgevingen worden veilig gemaakt en geïntegreerd in de buurt

Lees verder…

Actie 21

Meer ‘tactische stedenbouwkundige’ inrichtingen

Lees verder…