Bij ernstige verkeersongevallen

zijn er steeds voertuigen betrokken.

Beveiligde voertuigen

Gelukkig hebben ongevallen tussen actieve weggebruikers meestal slechts zeer beperkte gevolgen.

Bij ernstige verkeersongevallen zijn er steeds voertuigen betrokken.

Hoe groter, zwaarder en sneller het voertuig, hoe ernstiger de gevolgen.

Ook de voertuigen zelf evolueren snel.
De constructeurs ontwikkelen nieuwe modellen, motoren en zelfs nieuwe types voertuigen. De verkeersveiligheid van de (andere) weggebruikers is zelden de voornaamste bezorgdheid.

Toch zijn het ontwerp van en de regelgeving met betrekking tot voertuigen uiterst belangrijk. Er bestaan voorbeelden van technologische oplossingen die de dode hoek voor vrachtwagens kleiner kunnen maken.
En ook al gaat het om minder ernstige ongevallen, de komst van speed pedelecs vergroot het verschil in snelheid tussen fietsers onderling en zeker tussen fietsers en voetgangers wat ook kan leiden tot gevaarlijkere situaties tussen actieve weggebruikers.

Het gros van de regelgeving over het ontwerp en de constructie van voertuigen bevindt zich op een ander niveau dan het gewestelijke.
Het Gewest heeft echter een aantal opties om zich ervan te vergewissen dat de voertuigen die hier rondrijden zo veilig mogelijk zijn.

In dit kader is het van essentieel belang dat het Gewest het project voor een algemene hervorming van de autofiscaliteit voortzet, met als doel de levenskwaliteit in de stad voor iedereen te verbeteren, in het kader van een rechtvaardige en solidaire transitie.

Zoals in de algemene beleidsverklaring wordt onderstreept, moet de regeling van de belasting op inverkeerstelling (BIV) worden herzien met een grotere progressiviteit naar gelang van de milieuprestaties van de voertuigen (gewicht, reëel vermogen en type gebruikte brandstof), teneinde de aankoop van voertuigen die niet zijn aangepast aan het verkeer in een stedelijke omgeving, te ontmoedigen. 

De acties SAFE Vehicle

Actie 27

Een label ontwikkelen voor goederenvervoer

Lees verder…

Actie 28

De voorbeeldrol van Brussel Mobiliteit versterken

Lees verder…

Actie 29

De voorwaarden creëren die nodig zijn met het oog op het gebruik van het systeem

Lees verder…

Actie 30

Vooruitzichten op micromobiliteit, waarbij de burgers

Lees verder…

Actie 28 : De voorbeeldrol van Brussel Mobiliteit versterken, door voor overheidsvloten de aankoop te bevorderen van voertuigen die zijn uitgerust of ingericht om de verkeersveiligheid van de andere weggebruikers te bevorderen.

De voorbije jaren zijn er steeds meer uitrustingen voor voertuigen verschenen die bevorderlijk zijn voor de verkeersveiligheid; dit geldt voor zowel lichte voertuigen als bedrijfsvoertuigen en vrachtwagens. We denken hierbij meer bepaald aan de remassistentiesystemen die in serie worden geproduceerd, maar ook aan meer speciale en minder wijdverspreide zaken zoals 360°-camera’s die de dode hoeken van vrachtwagens neutraliseren, verlaagde cabines die vooraan een betere zichtbaarheid bieden of ook volledig transparante zijdeuren waardoor er geen sprake meer is van dode hoeken aan de zijkant van bedrijfsvoertuigen.

Via zijn verschillende instellingen brengen de missies van het Gewest een groot aantal voertuigen in het verkeer. Te weinig van die voertuigen zijn uitgerust met elementen zoals hierboven genoemd. Uit een rapport over de Brusselse overheidsvloten dat[1] in 2020 werd opgemaakt door het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) in het kader van het besluit “voorbeeldfunctie”, blijkt dat de gewestelijke vloten een totaal van 1.719 voertuigen vertegenwoordigden, als volgt verdeeld:

[1] Sommige openbare actoren zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van het besluit “voorbeeldfunctie” en worden dus niet meegeteld in het rapport van het BIM; dit geldt bijvoorbeeld voor intercommunales zoals Vivaqua of Brutélé. Ook het rollend materieel van de MIVB wordt hier niet meegeteld. Dit doet geen afbreuk aan de meting, daar het feit dat we de intentie hebben om de vloten van alle intercommunales in aanmerking te nemen in de actiefiches hun potentieel alleen maar zal vergroten.

Percentages verdeling van de categorieën van voertuigen in de gewestelijke overheidsvloten in 2019

Bron: BIM, Voorbeeldgedrag inzake transport binnen de Brusselse gewestelijke en lokale overheden. Evaluatie van de milieuprestaties van de voertuigvloten in 2019, augustus 2020, p. 20.

Als we rekening houden met de vloten van de gemeenten, de OCMW’s en hun verenigingen, de kabinetten en de parlementen alsook van sommige intercommunales[1], dan komen al deze instellingen aan een totaal van 2.480 voertuigen. Het totaal, goed voor 4.199 voertuigen, is als volgt verdeeld:

[1] Het rollend materieel van de MIVB (1.277 voertuigen in 2020) wordt hier niet meegerekend als “overheidsvloot”, maar zal in aanmerking worden genomen in het toepassingsgebied van de meting en van de acties die eruit zullen voortvloeien, waardoor de relevantie en het potentieel ervan de facto groter zullen worden.

Aantal voertuigen per categorie van voertuigen en type overheden voor de vloot in 2019.

We kunnen dus een reëel potentieel voor verbetering van de veiligheid via de hefboom ‘Safe Vehicle’ identificeren, aan de hand van het voorbeeldgedrag van overheidsvloten. Door de veiligheidsuitrustingen ten voordele van de andere weggebruikers (voetgangers, fietsers enz.) centraal te stellen in de denkoefening en het aankoopproces, neemt het Gewest rechtstreeks en concreet deel aan de effectieve verbetering van de verkeersveiligheid in het BHG.

We onderscheiden dus twee actiegebieden:

Het eerste komt erop neer stelselmatig rekening te houden met de uitrustingen van verkeersveiligheid ten voordele van de andere weggebruikers in het kader van elke overheidsopdracht voor de aankoop of leasing van voertuigen, ongeacht het doel ervan, wanneer het gaat om overheidsvloten. Daartoe moet dit element worden opgenomen in elke prospectiefase van de betrokken opdrachten en moeten de meest geschikte uitrustingen/inrichtingen die in deze fase worden geïdentificeerd, worden toegevoegd aan de bestekken. Alleen op die manier kan Brussel Mobiliteit haar voorbeeldfunctie vervullen en een verandering op gang brengen in de manier waarop overheden aankijken tegen hun wagenparken.

Het tweede actieterrein heeft meer specifiek betrekking op de niet-gewestelijke overheidsvloten die ook zeer groot blijken te zijn, vooral als we rekening houden met de voertuigen van alle intercommunales met inbegrip van de MIVB. Voor deze actoren moet Brussel Mobiliteit niet alleen een rol van voorloper maar ook van facilitator vervullen. Daartoe moet Brussel Mobiliteit bij machte zijn prospecties van opdrachten waarin voorzieningen/inrichtingen van verkeersveiligheid voor de verschillende categorieën van voertuigen zijn opgenomen, ter beschikking te stellen van de plaatselijke besturen en de intercommunales  met als doel hun integratie in bestekken te bevorderen. Brussel Mobiliteit moet ook zijn rol van adviseur vervullen betreffende de geschiktheid / doeltreffendheid inzake verkeersveiligheid van de verschillende beoogde uitrustingen/inrichtingen wanneer deze administratie vragen krijgt van de plaatselijke besturen of de intercommunales.